COLUMN
Omgevingswet
Per 1 januari gaat het dan echt gebeuren, de nieuwe Omgevingswet treedt in werking. Een moloch waarin een groot aantal wetten en regels voor onze leefomgeving zijn gebundeld teneinde het geheel eenvoudiger te maken. Om procedures te stroomlijnen, processen te versnellen en de burger wijzer te maken. Laatstgenoemde krijgt meer inzicht in wat wel en niet gebouwd en ondernomen mag worden in de eigen regio.
Hopelijk is het tempo waarmee de Omgevingswet tot stand is gekomen niet exemplarisch voor het beoogde doel, de souplesse van procedures. Ook het versnellen van processen is er tot op heden niet van gekomen, de invoering van de Omgevingswet is hoeveel keer uitgesteld vanwege falende systemen, oftewel het maar niet operationeel krijgen van het bejubelde Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO)? Ik ben de tel in ieder geval kwijtgeraakt. Enfin, water onder de brug, zand erover en weer door. Terug naar de burger.
Zoals alle bij de fysieke omgeving betrokken beroepsgroepen als ontwikkelaars, makelaars, organisatoren van evenementen en wie er maar met het vergunningenstelsel te maken krijgt, dealen we met het gegeven en verruilen we de bokkenpruik voor een studeerpet.
Reikhalzend kijken we uit naar meer inhoudelijke informatie dan een knullig filmpje over het neerzetten van wipkippen en windmolens. Met simplisme maak je iets niet per sé eenvoudiger natuurlijk. Waar ik een beetje bang voor ben, is dat de aanloopperiode na de invoering het complete ambtelijke apparaat in de achteruit zet. Want waarom zou je vanuit het gemeentehuis, sorry, stádhuis, een beslissing nemen die misschien wel succesvol kan worden bestreden? Waarom riskeren dat een perfecte conduitestaat wordt bezoedeld door een afwijkende interpretatie van een aanvraag? Als het overgangsrecht al geen roet in het eten gooit! Bij twijfel niet doen. Rood kruis door de aanvraag. Kan supersnel. Dat dan weer wel.
Begrijp me goed. Vereenvoudiging van wetten en regels door het opstellen van een centraal instrument als onderlegger voor de ruimtelijke plannen waarin de belangen vanuit alle beleidssectoren een rol spelen, lijkt me prima. Lees gerust de voorgaande zin nog een keertje door om deze daadwerkelijk te doorgronden, ik heb er zeker een kwartier over gedaan om het op deze wijze te formuleren. Ik kan maar een conclusie trekken. In een tijdperk waarin ruimte steeds schaarser wordt, een fase waarin frisse lucht, waterregulering en natuur bedreigd worden, waarbij de leef- en beweegruimte per persoon substantieel afneemt en in ieder geval een stuk kostbaarder dreigt te worden, is geen enkele maatregel simpel. Kunnen we het niet eenvoudiger maken. Dan kunnen we wetten opstellen om de grenzen aan te geven en digitale systemen ontwerpen om hierbinnen te blijven wat we willen. Uiteindelijk moeten we verder. Hebben we huizen nodig om in te leven en bedrijven om voor te werken. Willen we scholen voor onze kinderen en natuur om te ontspannen. Rijdt asfalt altijd nog een stuk prettiger dan olifantenpaadje. Die parallel lopen aan de geitenpaden die ook in de Omgevingswet gevonden zullen worden. Onherroepelijk.
Ach, misschien heb ik het mis en is de Omgevingswet vanaf dag één doeltreffend.
Mr. R. Jacobs
Zaannotarissen